Hoewel de Silicon Valley-Tours om ondernemers van hier te inspireren tegenwoordig iets minder in de belangstelling staan, dan enkele jaren geleden – wie herinnert zich nog de reis die Vlaamse topbedrijfsleiders deed beslissen om geld op tafel te leggen voor een innovatief idee dat de Zembro-armband werd https://multimedia.tijd.be/gezondheidsrevolutie2/ – kennen we allemaal ondernemers die er ooit aan deelnamen en die er lyrisch over zijn. Het ondernemerschap, de vrijheid en de passie om dromen waar te maken die zij er hebben ervaren nemen ze als inspiratie ook naar hier mee om innovatief aan de slag te gaan.
Dat is allemaal prima, want niemand zal betwisten dat onze maatschappij zonder innovatief ondernemerschap stil staat en stilstand staat natuurlijk gelijk met achteruitgang. Maar misschien moeten we toch ook eens nadenken over de vraag hoe Silicon Valley is kunnen uitgroeien tot een zo bewonderd voorbeeld. En misschien is het ook dringend tijd om ons af te vragen of de zo bewonderde passie en ondernemingsgeest van daar niet in tegenspraak zijn met de roep om “purpose” die vandaag zo luid klinkt.
Dat is alleszins wat Katy Cook (foto) doet in haar boek The Psychology of Silicon Valley, Ethical Threats and Emotional Unintelligence in the Tech Industry. Silicon Valley, betoogt ze daarin, is eigenlijk een nogal abstract begrip: fysiek niet meer dan een verzameling kantoren van ondernemingen die met technologische innovaties de wereld hebben veranderd, maar vooral een verzameling van mensen, ideeën en unieke manieren van denken die geleid hebben tot het ontstaan van de meest invloedrijke en meest winstgevende ondernemingen in de geschiedenis van de mensheid. Reid Hoffman, de oprichter van LinkedIn omschreef Silicon Valley als volgt: “het is geen locatie, maar een mindset”. Het gaat met andere woorden, zo zegt Katy Cook, om een manier van denken en om een welbepaalde psychologie.
En in tegenstelling tot wat velen lang hebben gedacht en wellicht nog denken moeten we daar niet of niet langer stijf van bewondering naar staan staren. Want precies daarin zit volgens Cook het probleem: die mindset is niet mee geëvolueerd met de maatschappelijke ontwikkelingen. Sterker nog: hij staat haaks op wat de wereld vandaag nodig heeft.
Centraal in het tegencultuurverhaal van de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw, dat aan de basis lag van de “boom” van Silicon Valley, stond de belofte van individueel empowerment. Het internet kreeg vorm met de beste bedoelingen om iedereen zo goed als onbeperkte toegang te geven tot zoveel mogelijk informatie, en om iedereen de kans te geven zijn of haar stem te laten horen. Het internet van de begindagen is echter niet meer wat het vandaag is. De rijke variatie van blogs en sites heeft geleidelijk aan plaats gemaakt voor slechts enkele dominante platformen, die de facto alles controleren. Volgens Cook zal die machtsconcentratie de komende jaren niet alleen de concurrentie en de innovatie afremmen, maar ook de problemen van de wereldwijde ongelijkheid doen toenemen.
Silicon Valley staat ook symbool voor economische voorspoed in een regio waar eerder ook goudzoekers en de ondernemers die de eerste spoorwegmaatschappijen hebben opgericht fortuin hadden gemaakt. En ook dat heeft tot scheeftrekking geleid. Wie in die regio woont en werkt, heeft volgens Katy Cook eigenlijk geen echt benul meer van hoe het er in de wereld echt aan toe gaat. “Mensen daar denken dat Tesla de populairste auto ter wereld is, dat je overal ter wereld een Uber kan bestellen en dat je overal aandelenopties van je bedrijf kan krijgen die van jou een miljonair maken” schrijft ze. “Ze zien niet dat er naast de extreme rijkdom in de regio ook een enorme ongelijkheid is en dat de niet-uitverkorenen die in de periferie van Silicon Valley wonen, de grootste moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.”
Naast de machtsconcentratie die de oorspronkelijke waarde van individueel empowerment heeft verdrongen en naast de eenzijdige aandacht voor geld en status die de facto het leven van veel mensen een stuk moeilijker heeft gemaakt, is er ook nog een derde element dat maakt dat we Silicon Valley niet langer kunnen zien als lichtend voorbeeld. Omdat de bedrijven daar immers zo sterk hebben gefocust op technische oplossingen voor het uitwerken van grote ideeën en voor het aanpakken van grote problemen, hebben ze altijd gezocht naar zeer intelligente ingenieurs en programmeurs. Daar is niets mis mee en het is ook volkomen logisch. Katy Cook wijst er echter op dat al in de begindagen werd geadviseerd om ingenieurs in te huren “die van puzzels houden maar niet van mensen.” Nerds dus, om het ietwat denigrerend te zeggen. Met alle respect voor die mensen, maar dat heeft er in de Valley toe geleid dat het analytische denken al vijftig jaar hoger wordt ingeschat dan het relationele denken. Door prioriteit te geven aan een analytische, in plaats van een relationele manier van denken, heeft de industrie zichzelf op verschillende manieren afgeschermd. Een lage emotionele en sociale intelligentie, gekoppeld aan financieel succes, hielp om een zeepbel te creëren. Een zeepbel van groeiende arrogantie van de techbedrijven die voortkomt uit de overtuiging dat er geen probleem bestaat dat de technologie niet kan oplossen.
Het is tijd, zo besluit Katy Cook, in haar boek om die verwaandheid, die volgens sommige therapeuten die ze sprak dicht bij een haast onblusbaar verlangen naar adoratie staat, te doorbreken. Want om de vooruitgang te boeken die de economie en de maatschappij vandaag nodig hebben, zal technologie alleen niet volstaan. Ook de mensen in Silicon Valley zullen volgens haar moeten aansluiten bij de trend van de Humanocratie en menselijkheid. Zich vastklampen aan de “verouderde identiteit” van Silicon Valley is niet langer accuraat is. De bedrijven die er het mooie weer hebben gemaakt zijn inderdaad baanbrekend geweest, maar hun waarden passen over het algemeen niet langer in de betekeniseconomie waarnaar de hele wereld vandaag moet transformeren.
Een beter zelfbewustzijn en een betere emotionele intelligentie zullen sommige bedrijven uit Silicon Valley in een meer ethische richting moeten sturen. In de tussentijd moeten de overheid en de beleidsmakers hun digitale inzicht blijven vergroten om effectief te kunnen regeren, zinvolle wetgeving voor te stellen en te waken voor wat snel enkele van de ernstigste problemen van de 21ste eeuw worden: fake news, polarisatie, inkomensongelijkheid en de uitholling van de democratie.